Het verlaten van die comfort zone is dan ook essentieel als kunstenaar, stelt Carmen: “Ik vind het belangrijk is dat schrijvers het belang van radicalisering inzien. Door de treitervloggers of jongeren die naar ISIS gaan heeft dat woord een slechte reputatie gekregen, maar ik vind dat juist kunstenaars of schrijvers heel erg radicaal zouden moeten zijn. We moeten een soort spiegel zijn, elk verhaal ter wereld kunnen brengen. Juist als je dat direct kunt doen en heel radicaal over je eigen grenzen heen kunt gaan, heb je een betere feeling met je publiek.”
Zodoende stuurt Carmen haar deelnemers het diepe in: “Anders gaan mensen al heel snel redigeren of juist de dramaturgische kant in. En dat is eigenlijk helemaal niet wat je wilt als je bezig bent te leren schrijven of performen. Ik wil het analytische brein uitzetten en eerst naar de basis gaan. Als je weet hoe die basis werkt, en je kunt dat vanzelf, dan gaan we verder naar wat er allemaal nog meer komt kijken bij een maakproces.”
Ook op maatschappelijk vlak zet Carmen de kunsten graag in om dat radicale boven te halen bij mensen: “Ik werkte mee aan Radicaal mijn Ideaal van El Hizjra en The Art of Impact. Daar zochten we met scholieren naar radicale helden in literatuur of kunst. Wat dan de positieve kanten zijn aan radicalisering. Want juist poëzie is de vrijplaats voor radicale gedachten, gevoelens en inzichten. Bijna al onze helden zijn in hun tijd ooit als radicaal beschouwd, of werden in ballingschap geplaatst. Omdat ze conventies en regels breken. Het normaal aan de kaak stellen. Ghandi, bijvoorbeeld. Hij gebruikte zijn stem om te zwijgen. Het is heel makkelijk om te schreeuwen als je een stem wil hebben, maar niets is zo moeilijk als stil zijn om te laten merken dat je ook een stem hebt. Dat is een hele radicale manier van ruimte innemen en je positie in de wereld te claimen. Soms is het supergoed als je juist radicaal bent, maar je moet wél weten waarom.”
Die angst zit, vermoedt Carmen, deels ingebakken in onze cultuur: “Ik heb het gevoel dat die drang om te redigeren komt doordat we in Nederland zijn opgevoed met het idee van ‘Doe maar gewoon, da’s al gek genoeg’. Niemand steekt z’n kop boven het maaiveld uit. Het gehalte mensen dat hun eigenheid echt viert en uitdraagt in Nederland is erg klein. Juist als je iemand niet laat redigeren of nadenken, maar gewoon laat zijn zoals diegene is, merk je dat dat confronterend kan zijn omdat we gewend zijn altijd regels te volgen. Altijd een stukje van onszelf aan de kant te zetten, want dat is fatsoenlijk, want dit is hoe het hoort in deze context. Juist als je die regels weghaalt in de kunst of in het performen, zie je hoeveel meer iemand is dan zijn sociale conventies.”
Ondanks die angst lijkt de behoefte aan verhalen groter dan ooit. De populariteit van spoken word wint terrein: “De behoefte om te mogen luisteren naar kleine verhalen neemt toe. De grote verhalen die we hadden, zoals het liberalisme in politiek of een god die bestaat, zijn de laatste generaties enorm afgebrokkeld. Er is niks groots meer waar we in geloven. Zelfs technologie is een punt van twijfel geworden. Globalisering is iets waar we vraagtekens bij zetten. En waar mijn ouders nog wel in die grote verhalen geloofden, zijn wij op zoek naar de kleine, lokale verhalen die op ons gevoel aansluiten. Ik denk dat spoken word heel erg in die behoefte voorziet.”